sociale ontwikkeling

Voor als je met andere kinderen dingen doen vaak niet zo leuk vindt

Leuk en effectief

Groepsgerichte sociale therapie die kinderen wel graag doen

Kinderen met sociale uitdagingen, vinden het niet fijn om mee te doen met groepsactiviteiten met andere kinderen. De LEGO Club is bedacht, omdat deze kinderen het samen LEGO-bouwen meestal wel graag doen.

Veel andere vormen van praktijktherapie voor de sociale ontwikkeling, hebben als nadeel dat er geen onderzoek naar ze is gedaan, of dat kinderen zich er niet gemotiveerd voor voelen.

Naar de effecten van LEGO Therapie is wel onderzoek gedaan (zie onder). In de meeste situaties werkt de praktijktherapie relatief snel en de kinderen voelen zich aangetrokken tot het LEGO-bouwen.

3 problemen die LEGO Therapie oplost

1. Geen meetbare resultaten

Meetbaar werkende praktijktherapieën voor de verbetering van de sociale vaardigheden en communicatie bij kinderen met bijvoorbeeld autisme spectrum stoornissen, (ASS), zijn er bijna niet.

Toen in 1990 het model voor een op LEGO-gebaseerde therapie werd bedacht, waren daar ook toen, vrijwel geen publicaties of verifieerbare resultaten over te vinden.

Meetbaar maken is vooral een uitdaging bij kinderen die uit zichzelf niet direct de effectiviteit van een methode kunnen aangeven.

(onderzoeksbronnen o.a.: LeGoff 2004; LeGoff en Sherman 2006; Owens et al. 2008)

2. Geen bestaande goede benaderingen

De benaderingen die voor andere vormen van praktijktherapie werden gebruikt, zijn vaak moeilijk, ongericht, en niet erg interactief.

Voor de specialisten bestonden er geen effectieve manieren om met de typische uitdagingen van deze kinderen om te gaan1, en de kinderen deden niet graag mee2.

(onderzoeksbronnen o.a.: 1Attwood 1998; Klin en Volkmar 1997; Klin en Volkmar 2000; Strain en Schwartz 2001; Reichow en Volkmar; Licciardello, Harchik, en Luiselli 2008; Luiselli et al. 2008; 2Christophersen en Mortweed 2001; Garber, Garber, en Spizman 1993; Kendall en Hedtke 2006; Rapee en Heimberg 1997; LeGoff et al. 2010, 2011)

3. Niet universeel toepasbaar

Hoewel veel kinderen met autisme spectrum stoornissen (ASS) in een interventie en educatie-setting leren hoe zij moeten reageren, is het vertalen van het geleerde naar een nieuwe setting en naar het echte leven, meestal niet succesvol.

Ze kennen de regels en de oefeningen in de praktijkruimte of klas, maar buiten de therapie-setting maken ze proactief geen vrienden, communiceren ze niet goed, of spelen ze niet in de speeltuin of in de wijken.

(onderzoeksbronnen o.a.: Licciardello et al. 2008; Klin en Volkmar 2000; National Research Counsil 2001; Schopler, Mesibov, en Kunch 1998; Harris en Handleman 1997)

De oplossing

Op LEGO gebaseerde therapie in de praktijk

LEGO-materialen spreken de eigen interesse van het kind aan, dat automatisch gemotiveerd raakt om te leren en te veranderen (het ‘constructive application’ concept, beschreven in Attwood 1998).

Elk kind krijgt een eigen rol, met daarin duidelijke regels en verwachtingen, bijvoorbeeld: “Bouwer”, “Leverancier”, “Ingenieur”, of “Opzichter”. Ze leren tijdens het LEGO-bouwen o.a.: delen, beurt-geven, oogcontact maken, sociale regels volgen, groeten en namen gebruiken.

De kinderen worden individueel en als groep begeleid, om ze te helpen om te gaan met ongepast gedrag, irritaties of frustraties. Ook leren ze bijvoorbeeld: hoe je kunt zien waar iemand naar kijkt, het stellen van sociale vragen, “sorry” zeggen, en het uitnodigen tot spelen.

De groep, die we voor de kinderen “de LEGO Club” noemen, bestaat uit 4 tot maximaal 7 kinderen, en richt zich op 3 hoofdactiviteiten: bestaande modellen repareren, het bouwen van nieuwe modellen, en het bouwen aan zelfbedachte bouwwerken.