Tim zit in groep 6 en heeft moeite met concentreren. Zijn gedachten vliegen alle kanten op, vooral als het druk is in de klas. “Het ligt niet aan jou,” zeggen mensen tegen hem. “Je brein werkt gewoon anders. School past niet goed bij je. Het is niet eerlijk, maar daar kun je niks aan doen.”
Hulpeloos?
Tim voelt zich opgelucht: het is niet zijn schuld. Maar daarna denkt hij: Als het toch niet uitmaakt hoe ik denk en wat ik doe, waarom zou ik dan nog mijn best doen? Hij stopt met proberen, zijn cijfers worden slechter en de klas sluit hem buiten. Tim wordt boos en verdrietig. Hij gelooft dat hij er niets aan kan veranderen. Dus geeft hij het op.
Sara heeft ook moeite met concentreren. Haar hoofd is druk en in de klas is het soms chaotisch. Maar haar ouders en leerkrachten zeggen iets anders: “Ja, je vindt het lastig om je te concentreren. Maar jij bent een doorzetter. Je bent een vechter. Je bent sterk. Daar mag je trots op zijn.”
Sara geeft niet op. Het kost tijd. Ze is vaak moe. En ze ontdekt dat een koptelefoon met ruisonderdrukking helpt. Ook ontdekt ze dat korte pauzes haar helpen om beter op te letten. Het blijft moeilijk. Maar als je sterk bent, dan gaat alles beter. Sara is een held.
Als het Moeilijk Blijft
Lisa heeft een ander probleem: ze wordt gepest. Op haar vorige school zeiden ze: “Negeer het maar, dan stoppen ze vanzelf.” Maar dat gebeurde niet. En ze werd banger en stiller.
Op haar nieuwe school zeggen ze iets anders: “Het is niet jouw schuld dat je wordt gepest. Maar je bent een held. We gaan kijken wat jij kunt doen om je sterker te voelen.” Lisa leert hoe ze haar grenzen duidelijk aangeeft. Ze oefent met wat ze kan zeggen als iemand vervelend doet. Het pesten stopt niet meteen, maar Lisa voelt zich niet langer machteloos. Ze weet nu dat ze een held is.
Je kunt niet alles veranderen. Maar je bent een held. Zelfs als het moeilijk blijft.