Vooral bij kinderen – en specifiek jongens – die al veel begeleiding hebben gehad, maar waarbij verandering uitblijft, blijft het aanpakken van gedrag steken in oppervlakkige oplossingen, zoals praten en reflecteren, zonder dieper in te gaan op wat werkelijk nodig is.
Hoe zorg je dat iemand zich beter gedraagt? Structuur en voorspelbaarheid worden gepresenteerd als dé oplossing. Een vast schema lijkt orde te brengen in de chaos, maar het is niet genoeg om onderliggende behoeften te vervullen of fundamentele problemen op te lossen.
Bijvoorbeeld, een jongen die storend gedrag vertoont in de klas krijgt steeds te horen dat hij zich aan de regels moet houden. Structuur kan hem helpen begrijpen wat wel en niet acceptabel is, maar als die structuur niet verder gaat dan gedragscontrole, leert hij niet waarom dat gedrag problematisch is en hoe hij er anders mee om kan gaan.
Daden Boven Woorden
Bij therapie, dagbesteding, en opvoeding ligt de nadruk op woorden: gesprekken over gedrag, reflectiesessies, of theoretische oplossingen. Maar gedrag wordt soms niet veranderd door er alleen over te praten. Het gaat erom wat mensen daadwerkelijk doen, en welke gevolgen ze daarvan ervaren.
Neem bijvoorbeeld een kind dat regelmatig iets doet dat niet kan, en dan zegt: “Het was maar een grap.” Veel ouders en begeleiders raken verstrikt in de uitleg: wat bedoelde hij of zij precies? Maar het gaat hier niet om de uitleg, maar om de impact.
Het gedrag heeft gevolgen – ongeacht de intentie. Die consequenties moeten direct worden verbonden aan de actie, zodat er een leerproces ontstaat.
De Gevolgen van Overmatige Structuur
Zowel in dagbesteding als opvoeding zien we een gevaar van overmatige afhankelijkheid van structuur en conditionering. Structuur kan rust bieden en een basis vormen, maar als het alleen gericht is op controle en symptoombestrijding, worden mensen kwetsbaar. Wat gebeurt er als die structuur wegvalt?
Kinderen die gewend zijn aan constante begeleiding en regels, hebben moeite met onverwachte situaties en autonomie. Ze leren niet omgaan met de complexiteit van het leven, omdat alles voor hen geregeld is. Het houdt kinderen wellicht bezig en beheersbaar binnen een gecontroleerde omgeving, maar bereidt hen niet voor op het leven buiten die context.
Kinderen leren om conflicten te vermijden in plaats van ermee om te gaan. Ze leren beleefd samenzijn, maar geen diepe banden opbouwen. Het systeem maskeert het probleem in plaats van het op te lossen.
Praten alleen is niet genoeg. Zowel in dagbesteding als opvoeding moeten we ons vooral richten op actie, directe consequenties, en projecten die kinderen uitdagen om te groeien. Het gaat erom dat we niet alleen bezig worden gehouden, maar dat we een rol krijgen die ertoe doet – in ons eigen leven, en in de gemeenschap.