Autisme Spectrum Stoornis (ASS) is een aandoening met meerdere theorieën over het ontstaan ervan. Ouders, leerkrachten en zorgverleners kunnen het kernprobleem niet wegnemen. Maar wat ze doen, of juist niet doen, kan de symptomen of uitdagingen versterken. Een frisse, eerlijke kijk kan inspireren tot betere begeleiding.
De Uitingen Veranderen
De basis is bepaald. Maar hoe het zich toont in het dagelijks leven? Dat hangt af van de omgeving. Slechte gewoontes, gemiste kansen en verkeerde zorgideeën kunnen de kenmerken opblazen, zoals: angst, meltdowns of sociale terugtrekking. Alsof je de volumeknop harder zet.
Hieronder bespreek ik concrete voorbeelden van hoe opvoeding, onderwijs en zorg de situatie kunnen verergeren – en hoe het anders kan, aan de hand van de meest recente data uit de verschillende wetenschappelijke velden. Dit is geen beschuldiging, maar een uitnodiging om te leren en te groeien.
Dagelijkse Valkuilen
1. Te veel schermtijd toestaan
Schermen zijn een makkelijke babysitter. Overmatig gebruik (meer dan 4 uur per dag) vermindert echter de momenten waarop sociale interactie kan plaatsvinden en kan zo de sociale vaardigheden met een derde achteruit laten gaan. Het verhoogt ook prikkelovergevoeligheid, wat meltdowns triggert. Ouders en begeleiders die dit laten gebeuren – uit gemak of onwetendheid – maken kinderen kwetsbaarder.
Beperk schermen en stimuleer echte gesprekken, zelfs als dat moeite kost.
2. Slaap negeren
Slechte slaap is een sluipmoordenaar. Als ouders geen vaste bedtijden hanteren of schermen tot middernacht toestaan, wordt irritatie, herhalingsgedrag en sociale terugtrekking erger – soms met een kwart meer problemen de volgende dag. Slaap is essentieel voor iedereen. Zorg voor een strak ritme.
3. Geen aandacht voor lichamelijke gezondheid
Kinderen met ASS lopen vaker op hun tenen of kampen met overgewicht door een slecht dieet en weinig beweging. Als dit niet wordt aangepakt – geen fysiotherapie, geen sport – groeit de sociale schaamte en nemen angst en zintuiglijke problemen toe. Een kind dat zich fysiek slecht voelt, gedraagt zich ook zo. Voor je beeldvorming: het kan dan gebeuren dat aan de benen moet worden geopereerd en dat ze moeten worden afgebonden, als het probleem van teen-naar-hak loppen niet eerder wordt aangepakt, en dat kan zomaar een medisch traject van enkele jaren betekenen. Bij het negeren van hetgeen dat hier staat, ontstaat al gauw het zogenaamde “autistenloopje”.
4. Te veel structuur of juist te weinig
Leerkrachten die altijd visuele schema’s gebruiken, denken natuurlijk dat ze dan ook altijd helpen. Maar wat als het kind daardoor nooit leert omgaan met onverwachte veranderingen? Te veel steun kan afhankelijkheid creëeren, met ruim een tiende minder zelfstandigheid op lange termijn. Aan de andere kant: geen routine aanbieden leidt tot onduidelijkheid en dus stress. Het draait om balans bieden, maar ook flexibiliteit trainen, zeker als we kijken naar de lange termijn en naar hoe belangrijk het verhogen van de fysieke en emotionele weerbaarheid is voor een betere stressregulatie, etc.
5. Samen eten overslaan
Samen eten als gezin klinkt ouderwets, maar het werkt. Het geeft kansen om sociale vaardigheden te oefenen, iets wat bij ASS niet vanzelf gaat. Gezinnen die dit skippen zien doorgaans meer sociale isolatie bij hun kind – tot bijna een kwart meer.
6. Co-aandoeningen laten liggen
Veel kinderen met ASS hebben bijvoorbeeld ook ADHD of epilepsie. Als ouders of leerkrachten dat negeren – geen behandeling zoeken, geen aanpassingen maken – exploderen gedragsproblemen soms met een derde. Het is niet hun schuld dat die aandoeningen er zijn, maar het wel aanpakken kan het verschil maken. Zoals we ook zien bij punt 9, kan de ‘co-aandoening’ die mogelijk van invloed is op het kind, ook bij de ouder, verzorger of leerkracht liggen. Een ouder met bijvoorbeeld ADHD dat nooit is erkend, zal bepaalde kenmerken hiervan middels ‘sociaal leren’ mogelijk doorgeven aan het kind. De oorzaak van een uiting van ongewenste kenmerken, kan zelfs liggen bij een ‘aandoening’ in de betreffende sociale dynamiek. Een over-focus of tunnelvisie op een specifiek individu en een specifieke aandoening, is mede daardoor ongewenst.
7. Natuur vergeten
Buiten zijn verlaagt stress met ruim een tiende bij kinderen met ASS. Dat weten we al heel lang, vanuit de resultaten in talloze studies. Toch houden veel ouders en leerkrachten ze binnen – te druk, te ingewikkeld, te veel gezeur om ze van de bank en van het scherm af te dwingen. Naar buiten gaan en ook daadwerkelijk in contact staan met de natuur, kan hyperactiviteit en angst (de fysiologische reactie die we ‘spanning’ noemen) verminderen.
8. Cultuur niet snappen
In sommige families of scholen wordt autisme gezien als “slecht gedrag” of “verwennen.” Het bestaat niet, je hoort goed te leren en te werken, en alle familiebezoeken te doen. Ouders horen zich voor je te schamen. Jij hoort je te schamen. Dat zorgt voor stress, wat symptomen vervolgens versterkt. Begrip en acceptatie krijgen vanuit de cultuur van het kind zijn belangrijk, maar onderschat nooit de problemen die ontstaan door culturele verschillen. Je kunt daar idealistisch en optimistisch in gaan staan, en denken dat het met praten veranderd, maar de realiteit is dat dit soort problemen in de regel vrijwel onoverbrugbaar zijn. Pas je verwachting aan en probeer tot een werkzame oplossing te komen die goed genoeg is voor degene om wie het uiteindelijk gaat, en het liefst zonder de directe relaties te verbreken die we als mens allemaal nodig hebben, ook al zijn we het oneens met elkaar.
9. Verkeerde rolmodellen
Kinderen leren door te kijken. Als leerkrachten of ouders zelf paniekerig reageren op stress, neemt het kind dat over – met meer uitbarstingen tot gevolg. Een leraar die kalm blijft, leert een kind dat ook te proberen. Het kan zelfs zijn dat de (mate van) uitingen van een kind, eigenlijk worden bepaald vanuit een kernprobleem dat bij een ouder ligt. We zien bijvoorbeeld dat een ouder met de kenmerken van een aandoening die wordt genegeerd, bepaalde uitingen daarvan op een sociale manier kan aanleren bij een kind. Jouw gedrag is hun spiegel.
Scherp Blijven
Sommige ideeën klinken logisch, maar maken dingen erger:
- Overbescherming: Altijd alles voor het kind oplossen lijkt lief, maar het houdt ze klein. Onafhankelijkheid leert ze omgaan met de wereld.
- Te veel therapie: Urenlang drills en sessies putten uit en verminderen zelfvertrouwen. Kwaliteit boven kwantiteit.
- “Ze groeit er wel overheen”: Wachten tot autisme “verdwijnt” is wishful thinking. Ondersteuning uitstellen versterkt achterstanden.
- Forceren van oogcontact: Dit voelt voor veel kinderen met ASS als dwang en verhoogt stress. Laat ze hun eigen manier vinden om te verbinden.
Wat Je Direct Kunt Doen
De omgeving vormt voor een groot deel hoe autisme eruitziet, omdat het kind reageert op wat het krijgt. Een chaotisch huis maakt een chaotisch kind. Een rustige leraar zorgt sneller voor rustige reacties. Het is gewoon logica.
Praktische stappen:
- Ouders: Zet schermen uit, eet samen, zorg voor een gezond dag/nacht-ritme. Zoek hulp voor extra problemen zoals ADHD.
- Leerkrachten: Geef structuur, maar daag uit. Blijf kalm, ook als het misgaat. Gebruik natuur als lesplek.
- Zorgverleners: Focus op balans – niet te veel therapie, wel genoeg echte steun. Kijk naar het hele plaatje, van dieet tot stress.
Autisme Is Teamwork
Autisme is niet iets om te repareren, maar we kunnen de uitingen ervan wel verminderen. Onze acties, of het gebrek eraan, bepalen hoe zwaar het wordt. Dit is een kans. Laten we oude gewoontes die niet werken opnieuw bekijken. Durf te veranderen, ook als het ongemakkelijk is.
Laten we dat samen waarmaken.